Ontwikkelingsproblemen
Ontwikkelingsproblemen
Een kind groeit in 18 jaar uit van foetus tot volwassenen. Dit is een langdurig en ingewikkeld proces. Wanneer het verloop afwijkt, kan dit gevolgen hebben voor het kind. De ouders zien een afwijkend gedrag bij hun kind en maken zich ongerust.
In de praktijk zien we kinderen in alle stadia van de ontwikkeling. Bij baby’s kunt u denken aan huilbaby’s, problemen met de voeding. Spugen of niet willen/ kunnen drinken en eten. Baby’s die achter blijven in de motorische ontwikkeling: omdraaien rug/buik , kruipen en lopen.
Ook in de peuter/kleuterperiode kan uw kind gedrag vertonen waar u zich zorgen overmaakt. De kinderen die we in de praktijk zien vertonen verschillende problemen. Sommige kinderen zijn onhandig, of agressief, bijten, schoppen of kunnen sociaal niet mee met hun leeftijdsgenootjes. Motorisch: houterig bewegen, moeite met leren fietsen.
Allemaal zaken die wijzen op een afwijkend ontwikkelingsverloop.
Spraakproblemen
Het contact tussen mensen verloopt niet alleen via de gesproken taal, maar ook via blikken, gebaren en aanrakingen. Een jong kind wordt daarom door de moeder zonder woorden begrepen. Doordat de moeder tegen het kind praat , leert het kind zelf praten. Heel veel gebieden in de hersenen zijn actief tijdens het spreken, maar een basisvoorwaarde is een goede verwerking van wat je hoort. Wanneer de overdracht van wat je hoort te langzaam is, kan dit grote gevolgen hebben.
In de praktijk zien we kinderen die:
• Niet gaan spreken of erg laat
• Weinig en/of traag spreken
• Bepaalde letters niet kunnen uitspreken
• Zwak articuleren
• Stotteren
• Zelf functiewoorden maken bijvoorbeeld rookpijp i.p.v. schoorsteen
• Motorisch achterblijven: laat leren fietsen, zwemles , laat gaan lopen enz.
• Slaapproblemen